Door: Redactie - 26 maart 2025 |
De bouwsector staat voor een immense uitdaging: een blijvend tekort aan vakmensen. Jaren na de economische crisis van 2008, waarbij tienduizenden bouwvakkers de sector verlieten, is de vraag naar woningen en infrastructuur alleen maar toegenomen. Piet Adema, voorzitter van NVB Bouw, stelt in een artikel op AD.nl dat de verloren arbeidskrachten niet terugkomen. Zijn oplossing? Slimmer bouwen door middel van automatisering en robotisering.
Na de crisis daalde de instroom van jongeren in bouwopleidingen met maar liefst 40% tussen 2011 en 2016. Jongeren kiezen steeds minder voor fysiek zwaar werk zoals metselen, en de vergrijzing van het huidige personeelsbestand verergert het probleem. Vier op de tien bouwbedrijven kampen nu al met personeelstekorten. Adema benadrukt dat wachten op een natuurlijke oplossing geen optie is. Slimmer bouwen, met meer prefabricage en technologie, moet de sector redden. Maar waarom duurt het zo lang voordat deze omslag echt voet aan de grond krijgt?
Slimmer bouwen draait om efficiëntie. Denk aan metselrobots die duizend stenen per uur leggen, 3D-betonprinters die in recordtijd muren optrekken, of geautomatiseerde productielijnen voor daken en gevels, zoals bij Bouwgroep Dijkstra Draisma. Deze innovaties verminderen de afhankelijkheid van handarbeid en maken het werk fysiek minder zwaar. Een recent rapport van ABN AMRO laat zien dat de Nederlandse bouwsector tot 2030 zo’n 306 miljoen euro investeert in robotisering, met een verwachte groei van 14,1% per jaar. Cijfers van het CBS tonen daarnaast dat in Q3 2024 nog steeds 24.000 vacatures openstonden in de bouw, een daling ten opzichte van vorig jaar, maar nog steeds een signaal dat slimmer bouwen urgent is.
Toch is de sector van nature behoudend. Terwijl de auto-industrie al decennia geautomatiseerd is, blijft de bouw hangen in tradities. Is dat conservatisme nog houdbaar als de woningnood blijft stijgen? Slimmer bouwen kan niet alleen de productiviteit verhogen, maar ook de kosten drukken en de aantrekkelijkheid van de sector voor jongeren vergroten. Wie wil er nou niet met een high-tech robot werken in plaats van een troffel?
Toch kleven er haken en ogen aan deze transitie. Niet elk project leent zich voor automatisering. Nederland bouwt diverse, vaak complexe woningen, wat standaardisatie lastig maakt. Adema erkent dit: “De handjes van bouwvakkers zijn dáár nodig.” Daarnaast vereist slimmer bouwen forse investeringen. Kleinere bedrijven, die vaak met krappe marges werken, kunnen dit niet altijd opbrengen. En hoe zit het met de werkgelegenheid? Hoewel robots banen niet volledig vervangen, verschuift de behoefte van handarbeid naar technisch geschoold personeel. Zijn onze opleidingen daar klaar voor?
Recent onderzoek van Bouwend Nederland toont dat 55% van de bouwbedrijven al experimenteert met slimmer bouwen, zoals modulaire bouwtechnieken. Een voorbeeld is Van Wijnen, dat in Heerenveen complete woningen als bouwpakketten produceert met hulp van robots. Dit reduceerde de behoefte aan mankracht van 1350 naar 50 vaklui per project. Tegelijkertijd meldt het UWV in hun arbeidsmarktanalyse dat de vraag naar technisch opgeleide krachten met 12% is gestegen in zes maanden. Dit onderstreept de verschuiving die slimmer bouwen teweegbrengt.
Adema pleit ook voor overheidsingrijpen, zoals een numerus fixus op kansloze mbo-opleidingen. Dit zou jongeren kunnen sturen naar kansrijke sectoren zoals de bouw. Maar is dat genoeg? De overheid investeert weliswaar in subsidies voor innovatie – denk aan de 100 miljoen euro voor industrialisatie van de bouw in 2024 – maar de uitvoering blijft achter. Slimmer bouwen vraagt om een bredere samenwerking tussen bedrijven, onderwijs en beleid.
Slimmer bouwen is geen luxe, maar een noodzaak. Het biedt een antwoord op het tekort aan vakmensen, verlaagt de fysieke belasting en kan de woningproductie versnellen. Toch zal de bouwsector haar conservatieve aard moeten afschudden en durven investeren. Alleen dan kan Nederland de ambitie van één miljoen nieuwe woningen in tien jaar waarmaken.
Dit artikel delen op je eigen website? Geen probleem, dat mag. Meer informatie.