Door: Redactie - 11 november 2024 |
De bouwsector staat voor een uitdaging: de EU stelt dat de sector tegen 2030 haar CO2-uitstoot met 55% moet verminderen ten opzichte van 1990. Tegelijkertijd is er een groeiende behoefte aan nieuwe woningen en vervanging van verouderde infrastructuur. Deze tweevoudige doelstelling, namelijk meer bouwen en toch de CO2-uitstoot verminderen, vraagt om drastische veranderingen binnen zowel grote als kleine bouwbedrijven. Dit doel brengt echter diverse uitdagingen met zich mee, variërend van technische beperkingen tot financiële hindernissen.
Leontien de Waal, sector banker Bouw bij ABN AMRO, verteld dat de druk om te verduurzamen een zware opgave is door de grote diversiteit in specialismen binnen de bouw. Van betonproducenten tot installateurs, elk onderdeel van het bouwproces draagt bij aan de CO2-uitstoot. Deze fragmentatie maakt het lastig om op alle niveaus fossiele brandstoffen en materiaalgebruik te reduceren. Alternatieven zijn vaak duur of moeilijk verkrijgbaar, wat de transitie naar een CO2-arme bouwsector belemmert.
In Nederland bestaat een groot deel van de bouwsector uit mkb-bedrijven, die hierdoor een wezenlijke invloed hebben op het succes van verduurzaming binnen de sector. De meeste mkb-ondernemers erkennen de noodzaak van verduurzaming en willen bijdragen aan een schonere toekomst. Paul Bisschop, sectoreconoom bij ABN AMRO, merkt op dat vooral familiebedrijven een sterke drang voelen om duurzaam te ondernemen. Toch vormt de hoge aanschafprijs van duurzaam materieel een barrière, vooral bij emissieloos bouwmateriaal zoals elektrische graafmachines en vrachtwagens. Voor veel mkb-bedrijven zijn deze investeringen simpelweg niet rendabel.
Het winnen van aanbestedingen vereist steeds vaker bewijs van duurzame werkwijzen. Dit brengt een extra druk met zich mee voor mkb-bedrijven om hun emissies te reduceren. Sommige ondernemingen kiezen daarom voor duurzame opties zoals het leasen van materieel of het delen via platforms. Deze samenwerkingsmodellen dragen bij aan een meer circulaire economie binnen de bouwsector.
Door de invoering van de Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD) moeten ook toeleveranciers in de bouwsector hun duurzaamheid aantonen. Dit betekent dat bouwbedrijven bij het aangaan van een samenwerking steeds vaker kiezen voor partners die hun CO2-uitstoot beperken. Deze druk stimuleert innovatie en creativiteit in het verduurzamen van bouwmaterialen en -processen. In dit kader worden materialen zoals CO2-armer beton en biobased asfalt steeds populairder, omdat ze bijdragen aan een lager uitstootniveau.
De Europese Richtlijn Energieprestaties van Gebouwen (EPBD) vereist dat nieuwe gebouwen emissieloos worden opgeleverd. De uitdaging om aan deze eisen te voldoen, ligt niet alleen bij het bouwproces, maar ook in de gebruiksfase van gebouwen, waarin aanzienlijk meer CO2 vrijkomt. Deze verschuiving betekent dat bedrijven in de ontwerpfase nu al rekening moeten houden met de impact van de volledige levenscyclus van het gebouw. Door materialen te kiezen die gedurende de gebruiksperiode minder CO2-uitstoot veroorzaken, wordt een belangrijke bijdrage geleverd aan de duurzame ambities van de sector.
Een ander obstakel voor verduurzaming is de beperkte capaciteit van het elektriciteitsnet, vooral tijdens piekmomenten. Deze netcongestie zorgt ervoor dat bouwprojecten, en de laadinfrastructuur voor elektrisch materieel, soms vertraging oplopen. Daarnaast wordt de bouwsector gehinderd door een complexe en lange waardeketen, waarin het moeilijk is om de CO2-uitstoot volledig in kaart te brengen. In de keten komen emissies van verschillende partners samen, wat het reduceren van scope 3-emissies bemoeilijkt. Om substantiële resultaten te boeken, is nauwe samenwerking met ketenpartners nodig, zowel op het gebied van informatie-uitwisseling als in de uitvoering van duurzaamheidsinitiatieven.
Bisschop geeft aan dat effectieve CO2-reductie begint bij het nauwkeurig meten van de emissies in alle onderdelen van de bedrijfsvoering. Voor veel bouwbedrijven blijkt dat 95% van hun CO2-uitstoot afkomstig is uit externe ketens, niet uit de eigen productie. Door de uitstoot grondig in kaart te brengen, kunnen bedrijven gerichter werken aan reducties. Subsidies zoals de Schoon en Emissieloos Bouwmaterieel regeling helpen om de financiële drempel te verlagen. Deze subsidies lopen vaak voor op de regelgeving, waardoor bedrijven die nu investeren in duurzaamheid later voldoen aan wettelijke eisen.
Om de CO2-uitstoot in de bouw verder te verlagen, is het noodzakelijk dat bedrijven blijven innoveren en samenwerken. Door gebruik te maken van gedeelde kennis en tools, zoals die beschikbaar worden gesteld door de Dutch Green Building Council (DGBC), kunnen bouwbedrijven profiteren van best practices zonder zelf het wiel opnieuw te hoeven uitvinden. Ook eenvoudige aanpassingen, zoals het verminderen van verpakkingsmateriaal, kunnen al bijdragen aan een lagere CO2-voetafdruk. De inzet van technologie, bijvoorbeeld voor het verminderen van energieverbruik en efficiënter transport, speelt een steeds grotere rol bij het terugdringen van emissies.
Wetgeving kan de verduurzaming in de bouwsector versnellen, mits het niet leidt tot een overmatige administratieve last. Nieuwe regelgeving helpt om duurzaamheidsinitiatieven te stimuleren, maar brengt ook de risico’s met zich mee dat bedrijven voornamelijk bezig zijn met het voldoen aan eisen in plaats van met het daadwerkelijk verduurzamen van hun processen. Desondanks kan wetgeving een waardevolle stimulans vormen voor bedrijven om hun bedrijfsvoering sneller te verduurzamen.
Als de bouwsector niet snel veranderingen doorvoert, dreigt deze al in 2026 haar CO2-budget te overschrijden, wat zou bijdragen aan een wereldwijde temperatuurstijging van meer dan 1,5 graden Celsius. Het is dan ook van groot belang dat zowel kleine als grote bedrijven binnen de sector hun inspanningen voor CO2-reductie intensiveren. Samenwerking tussen bouwondernemingen en ketenpartners, gecombineerd met gedragsverandering en een gezamenlijke focus op duurzaamheid, kunnen de weg vrijmaken naar een toekomst waarin bouwen en CO2-reductie hand in hand gaan.