Door: Redactie - 13 mei 2025 |
De Van Brienenoordbrug, met zijn iconische witte bogen over de Nieuwe Maas, is een levensader van Rotterdam. Dagelijks razen er zo’n 250.000 voertuigen overheen, een donderend bewijs van zijn belang voor de regio. Maar de brug, waarvan het oudste deel uit 1965 stamt, is versleten. Een grootschalige opknapbeurt is onvermijdelijk. Wat in 2022 nog begroot werd op 680 miljoen euro, dreigt nu een prijskaartje van 1,5 tot 2 miljard euro te krijgen. Hoe heeft het zover kunnen komen?
De opknapbeurt van de Van Brienenoordbrug is geen alledaagse klus. De oostelijke boog, al zestig jaar oud, heeft zijn levensduur bereikt. Haarscheurtjes in het staal verraden de tol van decennia zwaar verkeer. Hoewel Rijkswaterstaat benadrukt dat de brug voorlopig veilig is, is uitstel van opknapbeurt riskant. „Hoe langer je wacht, hoe groter de kans op storingen,” waarschuwt een woordvoerder van Rijkswaterstaat.Het beweegbare deel, met zijn immense basculehuis en contragewichten, en de bedieningssystemen vragen eveneens om vernieuwing. Dit alles maakt de opknapbeurt tot een technisch huzarenstukje.
De kostenexplosie is deels te wijten aan gestegen bouwkosten en een krappe arbeidsmarkt. „Alles is duurder geworden,” stelt omgevingsmanager Jörgen van der Meer. Maar er speelt meer. De oorspronkelijke aanbesteding in 2022 mislukte doordat slechts één consortium zich meldde, met een prijs die minister Harbers „excessief” noemde. Bouwers zijn huiverig geworden na eerdere fiasco’s, zoals de opknapbeurt van de Afsluitdijk, waar aannemer BAM bijna failliet ging door onverwachte kosten.
De mislukte aanbesteding legt een structureel probleem bloot: de risicoverdeling. In de originele opzet droeg de aannemer vrijwel alle financiële risico’s bij tegenvallers. „De markt accepteert dat niet meer,” constateert Van der Meer. Dit werd pijnlijk duidelijk toen het consortium De Witte Boog, bestaande uit Hollandia, Dura Vermeer en Mobilis, een torenhoge prijs noemde. Experts hadden al gewaarschuwd: een project van deze schaal, met onvoorspelbare uitdagingen zoals verborgen constructiefouten, vraagt om een andere aanpak.
Rijkswaterstaat heeft lering getrokken. Het project is nu opgesplitst in vier contracten: één voor het beweegbare deel, één voor de nieuwe westboog, één voor de opknapbeurt van de oude westboog en één voor transport en installatie. Deze aanpak, die in juli 2025 van start gaat met een nieuwe aanbesteding, moet de risico’s beter verdelen en meer aannemers aantrekken. „We worden nu de integrator,” legt Van der Meer uit, „zodat civiele bouwers, staalexperts en maritieme vervoerders elk hun specialisme kunnen inzetten.”
De opknapbeurt, die naar verwachting in 2027 begint en tot 2033 duurt, zal niet onopgemerkt blijven. De brug blijft deels open, maar tijdens werkzaamheden krimpt het aantal rijbanen van twaalf naar zes. Dit leidt tot „gigantische hinder,” voorspelt Van der Meer, met omleidingen die tot een uur extra reistijd kunnen opleveren. Voor de scheepvaart, met jaarlijks 120.000 passages onder de brug, zijn stremmingen eveneens onvermijdelijk. Schepen moeten omvaren via de Oude Maas, wat een tot twee uur extra vaartijd kost.
Toch biedt de opknapbeurt ook spektakel. Het vervangen van de 300 meter lange bogen is een logistieke krachttoer. De nieuwe westboog wordt op een werf gebouwd, per schip aangevoerd en op de bestaande pijlers gehesen. De oude westboog krijgt een opknapbeurt en vervangt later de oostboog. Dit proces, dat in de zomers van 2029 tot 2033 plaatsvindt, belooft een publiekstrekkend evenement te worden. „Zo’n boog die wordt weggevaren, dat trekt bekijks,” voorspelt Van der Meer.
De kostenstijging van 680 miljoen naar mogelijk 2 miljard euro roept vragen op over de financiering. Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat staat al voor een enorme onderhoudsopgave, met tientallen bruggen en tunnels uit de jaren vijftig en zestig die aan vernieuwing toe zijn. Cijfers van Rijkswaterstaat tonen aan dat de onderhoudskosten voor Nederlandse infrastructuur tussen 2020 en 2030 oplopen tot 24 miljard euro. De Van Brienenoordbrug, met zijn torenhoge prijskaartje, drukt zwaar op dit budget.
Ondanks de kosten biedt de opknapbeurt ook kansen. De vernieuwde brug moet een eeuw meekunnen, klaar voor zwaarder traffico en toekomstige eisen. Bovendien bespaart het hergebruik van de westboog zo’n 3000 ton staal, een duurzame keuze. De Rotterdamse regio, afhankelijk van deze verkeersader, krijgt een toekomstbestendige verbinding. Maar tegen welke prijs? De komende jaren zullen automobilisten, scheepvaart en belastingbetalers de impact van deze mega opknapbeurt voelen.
Dit artikel delen op je eigen website? Geen probleem, dat mag. Meer informatie.