Door: Redactie - 3 oktober 2025 |
Minister Mona Keijzer van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening heeft onlangs vier belangrijke aanpassingen in de regelgeving rondom middenhuurwoningen naar de Eerste en Tweede Kamer gestuurd, met als doel het behoud van betaalbare huurwoningen in grote steden te stimuleren.
Deze maatregelen zijn specifiek gericht op particuliere verhuurders, die momenteel vaak kiezen voor verkoop van hun panden omdat verhuren minder rendabel is geworden. Door de aanpassingen hoopt de minister een betere balans te vinden tussen betaalbaarheid voor huurders en een eerlijk rendement voor verhuurders. De voorgestelde wijzigingen komen voort uit recente monitoring van de huurmarkt, die een lichte krimp in het aanbod van private huurwoningen laat zien in 2024. Dit terwijl de vraag naar betaalbare woningen juist toeneemt, vooral in stedelijke gebieden waar het tekort aan middenhuurwoningen al groot is.
De kern van de voorgestelde maatregelen ligt in het aanpassen van het woningwaarderingsstelsel, ook wel bekend als het WWS. Dit puntenstelsel bepaalt hoe een eerlijke huurprijs voor een woning wordt berekend. Een van de veranderingen is de introductie van een WOZ-prijsopslag voor woningen die nu onder de WOZ-cap vallen. Deze cap beperkt momenteel het meewegen van een hoge WOZ-waarde in de huurprijs, vooral op populaire locaties. Met de prijsopslag kunnen verhuurders een hogere maximale huur vragen zonder dat de woning boven de grens van middenhuurwoningen uitkomt en in de vrije sector belandt.
Daarnaast wordt de WOZ-waarde van kleine rijksmonumenten zwaarder meegeteld in het WWS. Dit moet verhuurders van dergelijke panden stimuleren om te blijven verhuren. Ook wordt een andere regel aangepast: het ontbreken van buitenruimte levert geen vijf minpunten meer op in het puntenstelsel. Dit kan de huurprijs van sommige woningen iets verhogen, maar alleen bij het afsluiten van een nieuw huurcontract.
Minister Keijzer is duidelijk over het doel van deze maatregelen. Ze wil voorkomen dat verhuurders hun panden verkopen, een trend die vooral in grote steden zichtbaar is. Door verhuren aantrekkelijker te maken, hoopt ze dat meer woningen beschikbaar blijven voor de huurmarkt. Dit is vooral belangrijk in een tijd waarin het tekort aan betaalbare huurwoningen blijft groeien. De minister streeft naar een situatie waarin verhuren rendabel is, terwijl de huur voor huurders betaalbaar blijft.
De recente wetgeving, zoals de Wet betaalbare huur en de Wet vaste huurcontracten, heeft volgens de monitoring geleid tot een krimp in het aanbod van private huurwoningen. Vooral particuliere verhuurders ervaren minder financiële ruimte, wat hen aanzet tot verkoop. Dit zogeheten uitponden verergert het probleem van woningtekorten in steden. De aanpassingen in het WWS moeten dit proces tegengaan en meer stabiliteit bieden in de huurmarkt.
Een andere opvallende maatregel richt zich op studenten. Voor hen wordt het mogelijk om een tijdelijk huurcontract af te sluiten, ongeacht of ze al in de betreffende gemeente wonen. Nu is dit recht voorbehouden aan studenten die vanuit een andere gemeente verhuizen naar de stad waar ze studeren. Zij mogen eenmalig een tijdelijk contract van maximaal twee jaar krijgen. Met de nieuwe regel krijgen alle studenten dezelfde kans op zo’n contract.
Tijdelijke huurcontracten bieden verhuurders meer flexibiliteit. Dit verkleint de kans dat zij hun woningen verkopen, omdat ze minder risico lopen op langdurige verplichtingen. Landelijk gezien is bijna de helft van de studentenwoningen in handen van particuliere verhuurders. Deze maatregel kan dus een belangrijke rol spelen in het behouden van huurwoningen voor deze groep.
De focus op middenhuurwoningen in stedelijke gebieden is niet zonder reden. In steden is de druk op de woningmarkt het grootst, en de verkoop van huurwoningen door particuliere verhuurders verergert dit probleem. Door de huurprijzen iets aan te passen via het WWS, hoopt de minister dat verhuurders minder snel kiezen voor verkoop. Dit moet leiden tot een groter aanbod van betaalbare huurwoningen voor mensen met een middeninkomen.
De maatregelen zijn een direct antwoord op de krimp van de private huurmarkt in 2024. Hoewel de effecten van eerdere wetgeving, zoals de Wet betaalbare huur, bedoeld waren om huurders te beschermen, blijkt dat verhuurders hierdoor minder ruimte voelen om te investeren in huurwoningen. Dit heeft een negatieve impact op het totale aanbod van woningen in de middenhuursector.
Met deze vier aanpassingen wil de minister een duidelijke boodschap sturen: middenhuurwoningen moeten behouden blijven voor de huurmarkt. Het is een delicate balans tussen de belangen van verhuurders en huurders, maar de voorgestelde wijzigingen lijken een stap in de goede richting. Of deze maatregelen op korte termijn genoeg effect hebben, zal de komende tijd blijken uit nieuwe cijfers over de huurmarkt.
Voor nu is het duidelijk dat de overheid de urgentie inziet van het woningtekort, vooral in de categorie middenhuur. Verhuurders krijgen met deze regels meer ruimte om een eerlijk rendement te behalen, terwijl huurders hopelijk toegang houden tot betaalbare woningen.
Dit artikel delen op je eigen website? Geen probleem, dat mag. Meer informatie.