Door: Redactie - 3 oktober 2025 |
De Algemene Rekenkamer heeft forse twijfels geuit over de effectiviteit van een subsidieregeling die de woningbouw in Nederland moest stimuleren, ondanks de honderden miljoenen euro’s die erin zijn geïnvesteerd. Het rapport dat recent is gepubliceerd, laat zien dat het onduidelijk blijft of de regeling daadwerkelijk heeft geleid tot een versnelling in de bouw van het aantal nieuwe huizen. Dit nieuws komt op een moment dat de woningnood in Nederland steeds groter wordt, vooral in stedelijke gebieden. De vraag is nu hoe het ministerie van Binnenlandse Zaken deze kritiek gaat aanpakken en of toekomstige subsidies beter zullen worden ingezet.
De Rekenkamer heeft een uitgebreid onderzoek uitgevoerd naar de subsidieregeling die tussen 2020 en 2023 actief was. In die periode werd bijna 900 miljoen euro uitgekeerd aan gemeenten en provincies. Het doel was om knelpunten in de woningbouw weg te nemen, zoals het geschikt maken van bouwgrond of het aanleggen van infrastructuur. Toch concludeert de Rekenkamer dat er geen bewijs is dat deze financiële steun heeft geleid tot snellere bouwprocessen.
Volgens het rapport ontbraken duidelijke doelen en meetbare criteria. Dit maakt het lastig om te bepalen of de regeling iets heeft opgeleverd. Gemeenten kregen vaak geld voor projecten die al op de planning stonden. De subsidie leidde dus niet tot extra inspanningen, wat een grote teleurstelling is voor velen die hoopten op meer huizen.
Een ander punt van kritiek van de Rekenkamer is dat er geen alternatief plan was voor als de regeling niet zou werken. Het ministerie had geen strategie om tussentijds bij te sturen. Dit gebrek aan flexibiliteit heeft mogelijk bijgedragen aan het uitblijven van resultaten. Het is een gemiste kans, zeker gezien de grote sommen geld die in het project zijn gestoken.
Daarnaast wijst het rapport erop dat de administratieve lasten voor gemeenten hoog waren. Het aanvragen en verantwoorden van de subsidie kostte veel tijd. Dit zorgde ervoor dat sommige kleinere gemeenten terughoudend waren om mee te doen, wat de impact van de regeling verder beperkte.
Halverwege het onderzoek kwam de Rekenkamer al tot een harde slotsom: de regeling lijkt geen enkel effect te hebben gehad op de snelheid van woningbouw. Dit is zorgwekkend, vooral omdat Nederland kampt met een tekort van honderdduizenden woningen. De regering heeft ambitieuze plannen om tot 2030 bijna een miljoen nieuwe huizen te bouwen, maar dit soort misstappen kunnen dat doel in gevaar brengen.
Het onderzoek toont aan dat veel projecten zonder subsidie ook wel waren uitgevoerd. Dit roept vragen op over de meerwaarde van de financiële steun. Was het geld wel op de juiste plek terechtgekomen? Dat blijft onduidelijk, en dat is een pijnlijke constatering voor zowel beleidsmakers als burgers die wachten op een woning.
Minister Hugo de Jonge van Volkshuisvesting heeft gereageerd op het rapport van de Rekenkamer. Hij geeft toe dat de uitvoering van de regeling beter had gekund. Volgens hem zijn er lessen te leren uit deze situatie. Hij belooft dat toekomstige subsidies strenger worden gecontroleerd en dat er duidelijke doelen worden gesteld. Of dit genoeg is om het vertrouwen terug te winnen, moet nog blijken.
De minister wijst ook op de bredere context van de woningcrisis. Het aanpakken van het tekort aan huizen blijft een prioriteit. Hij hoopt dat met verbeterde regelingen de bouwsector een flinke boost kan krijgen. Voor nu blijft het echter afwachten of deze woorden worden omgezet in daden.
De Rekenkamer komt met een aantal aanbevelingen voor het ministerie. Zo adviseert het om bij toekomstige subsidies heldere en meetbare doelen te formuleren. Alleen dan kan achteraf worden vastgesteld of het geld goed is besteed. Ook wordt aangeraden om beter te kijken naar de daadwerkelijke behoefte van gemeenten, zodat subsidie niet wordt gebruikt voor projecten die toch al zouden plaatsvinden.
Het rapport is een wake-upcall voor iedereen die betrokken is bij de woningbouw in Nederland. Het laat zien dat goede bedoelingen niet genoeg zijn. Er moet meer aandacht zijn voor de uitvoering en het monitoren van dit soort grote financiële programma’s. De woningnood is te groot om risico’s te nemen met ineffectieve maatregelen.
Dit artikel delen op je eigen website? Geen probleem, dat mag. Meer informatie.