Door: Redactie - 27 juni 2025 |
Op de vastgoedbeurs PROVADA werd vorige week een duidelijke boodschap afgegeven: biobased bouwen is niet langer een verre droom, maar een groeiende realiteit. Met nieuwe initiatieven, ambitieuze samenwerkingen en een scherp advies van de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur (Rli) lijkt de bouwsector eindelijk klaar voor een duurzame omslag. Wat betekent dit voor de toekomst van de Nederlandse woningbouw?
Tijdens PROVADA presenteerden Duurzaam Gebouwd en WeGrow een opvallend nieuw instrument: de eerste editie van de Benchmark Biobased Bouwen. Deze publicatie, die twee keer per jaar verschijnt, geeft een overzicht van de stand van zaken rondom biobased bouwen in Nederland. Het gaat niet alleen om harde cijfers, maar ook om inzichten uit verschillende sectoren zoals landbouw, bouw en financiën. Dit maakt de benchmark een waardevol hulpmiddel voor zowel beleidsmakers als projectontwikkelaars.
Wietse Walinga overhandigde het eerste exemplaar aan Rikkert Besselse van Rabobank, een van de Founding Partners van WeGrow. Besselse wees op de noodzaak van dergelijke monitoring om investeringen beter te sturen en een positieve impact te maken op duurzaamheid. De benchmark biedt transparantie en helpt om strategische keuzes te maken in een sector die nog volop in ontwikkeling is.
Een ander opvallend moment op PROVADA was de gezamenlijke verklaring van acht grote Nederlandse ontwikkelaars, waaronder AM, BAM, BPD en Heijmans. Samen vertegenwoordigen zij ongeveer een kwart van de woningbouw in ons land. Hun belofte? Tegen 2028 moet minstens 30% van hun nieuwbouwprojecten voor minimaal 30% bestaan uit biobased materialen. Dit zou in de eerste jaren leiden tot de realisatie van zo’n 10.000 woningen die bijdragen aan biobased bouwen, gevolgd door structureel 5.000 woningen per jaar.
De milieuwinst van deze plannen is aanzienlijk. Het gebruik van hout en andere natuurlijke materialen kan leiden tot een CO₂-opslag van maar liefst 350 kiloton, vergelijkbaar met de jaarlijkse uitstoot van een stad als Delft. Dit initiatief, ondersteund door Building Balance, omvat ook praktische stappen zoals een bouwkostenkompas, uniforme eisen en trainingen voor de sector. Toch blijft de vraag of deze ambitie haalbaar is binnen de gestelde tijd, gezien de huidige uitdagingen in de bouw.
Terwijl de sector stappen zet, klinkt er ook een kritische stem vanuit de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur (Rli). In hun adviesrapport Bouwen met toekomst wijst de raad op een zorgwekkende trend: de focus op snelheid en betaalbaarheid in de bouw gaat vaak ten koste van duurzaamheid. Beton en staal veroorzaken ongeveer 5% van de Nederlandse CO₂-uitstoot. Dat aandeel valt niet langer te negeren.
De Rli pleit voor een fundamentele verandering in de manier waarop we bouwen. Stimuleringsbeleid alleen is niet genoeg; er moet ook worden genormeerd en beprijsd. Woningen die niet voldoen aan klimaatdoelen zouden bijvoorbeeld extra belast kunnen worden. Daarnaast speelt druk vanuit investeerders en nieuwe EU-regelgeving een rol, met strengere CO₂-grenswaarden voor nieuwbouw op de horizon. Het advies legt de vinger op de zere plek: zonder harde maatregelen blijft biobased bouwen mogelijk een niche in plaats van de norm.
De aandacht voor biobased bouwen komt op een moment dat de verduurzaming van bestaande woningen achterblijft. Recente cijfers van de Nationale Hypotheek Garantie (NHG) tonen aan dat het aantal meegefinancierde verduurzamingshypotheken aanzienlijk is gedaald. In 2021 ging het nog om 31.800 hypotheken, terwijl dat aantal in 2024 is gezakt naar slechts 18.500. Deze daling laat zien dat de ambities op dit vlak niet worden waargemaakt.
Het contrast met de vooruitgang in biobased bouwen is opvallend. Terwijl nieuwe projecten de kans krijgen om duurzaamheid vanaf de grond op te bouwen, lijkt de bestaande woningvoorraad een hardnekkig probleem. Dit roept vragen op over de balans tussen nieuwbouw en renovatie.
De ontwikkelingen op PROVADA laten zien dat de bouwsector op een kantelpunt staat. Met tools zoals de benchmark, ambitieuze samenwerkingen en een duidelijke oproep tot verandering vanuit de Rli krijgt biobased bouwen een stevige basis. Toch is het pad nog lang. De combinatie van vrijwillige initiatieven en mogelijke verplichtingen vanuit beleid kan de doorslag geven. Maar alleen als de sector bereid is om oude gewoontes los te laten. De komende jaren zullen uitwijzen of deze beloftes ook echt worden omgezet in daden.
Dit artikel delen op je eigen website? Geen probleem, dat mag. Meer informatie.