Door: Redactie - 30 juli 2025 |
In de houtverwerkende industrie blijft spanning voelbaar rond de nieuwe cao. Terwijl andere sectoren zoals de houthandel en timmerindustrie al overeenkomsten hebben gesloten, loopt het proces hier stroef. De huidige cao eindigde op 30 juni 2025, en na vier onderhandelingsrondes is er nog geen akkoord. Toch liggen er verbeterde voorstellen op tafel. De volgende besprekingen op 9 september kunnen een doorbraak betekenen. Dit dossier raakt duizenden werknemers en bedrijven die snakken naar duidelijkheid over de cao houtverwerkende industrie.
De cao voor de houtverwerkende Industrie wordt beklonken door de werkgeversorganisaties de Dutch Manufacturing Association (Dutch-Man), de Nederlandse Emballage- en Palletindustrie Vereniging (EPV), de Nederlandse Vereniging van Klompenfabrikanten en de werknemersorganisaties FNV en CNV Vakmensen.
De onderhandelingen voor de cao houtverwerkende industrie zijn nog in volle gang. Werkgevers en vakbonden, waaronder FNV en CNV Vakmensen, hebben al enkele punten vastgelegd. Denk aan een nieuw loon- en functiegebouw dat binnen een jaar vorm moet krijgen. Ook de introductie van de 80-90-100 regeling, waarbij werknemers zes jaar voor hun AOW-leeftijd minder kunnen werken met behoud van salaris, biedt perspectief. Dit soort innovatieve afspraken helpt de sector om aantrekkelijk te blijven voor personeel.
Daarnaast zijn er praktische verbeteringen afgesproken. Uitzendkrachten die langer dan een jaar werken, krijgen een contract aangeboden. Overwerk kan nu tot 60 dagen in tijd worden gecompenseerd, een verdubbeling van de eerdere limiet. Dit soort maatregelen optimaliseert de balans tussen werk en privé voor velen.
Een belangrijk discussiepunt in de cao houtverwerkende industrie blijft het loon. Vakbonden stellen een verhoging voor van 55 euro bruto plus 3,4% per 1 juli 2025, bij een looptijd van 12 maanden. Dit komt neer op een stijging van 5,29% voor een salaris van 3000 euro. Werkgevers bieden daarentegen 60 euro bruto plus 3%, aangevuld met het schrappen van de halve WGA-premie voor werknemers. Omgerekend naar een jaar betekent dit een stijging van 4,32% bij de cao voor de houtverwerkende industrie.
De looptijd van de cao veroorzaakt ook wrijving. Werkgevers willen 15 maanden, terwijl bonden vasthouden aan 12. Dit verschil in visie vraagt om slimme onderhandelingen om tot een compromis te komen. De impact op de portemonnee van werknemers is direct voelbaar, wat dit thema extra urgent maakt.
Los van loon zijn er meer afspraken die het werk in de houtverwerkende sector verbeteren. Een onderzoek naar zwaar werk moet leiden tot een regeling voor vervroegde uittreding (RVU). Dit kan een gamechanger zijn voor medewerkers die fysiek zwaar belast worden in de houtverwerkende industrie. Ook wordt werkdruk nu verplicht besproken tijdens functioneringsgesprekken, een stap richting gezondere arbeidsomstandigheden.
Daarnaast krijgen werknemers meer flexibiliteit. Verlof- en roostervrije dagen bij de 80-90-100 regeling worden berekend op basis van 90% dienstverband. Ook de mogelijkheid om vakbondscontributie te verrekenen met brutosalaris levert financieel voordeel op. Dit soort slimme systemen verlicht de administratieve last voor velen en biedt een voordeel in de cao houtverwerkende industrie.
Toch zijn er nog flinke hobbels te nemen in de onderhandelingen over de cao houtverwerkende industrie. De loongrens voor volledige verhoging blijft een twistpunt: werkgevers willen deze optrekken naar 45.000 euro, terwijl bonden mikken op 49.000 euro. Ook over een fietsvergoeding voor korte afstanden en een hogere vakantietoeslag van 8,25% is nog geen overeenstemming.
Verder pleiten vakbonden voor een betere loondoorbetaling bij ziekte. Ze willen het eerste halfjaar 100% salaris, gevolgd door 90% en in het tweede jaar 80%. Dit verschilt van de huidige opbouw, wat discussie oproept. Een andere wens is betaald vrij op 5 mei, ook als deze dag in het weekend valt, met een vrije vrijdag of maandag als compensatie.
Met de volgende onderhandelingsronde op 9 september in het vooruitzicht, groeit de hoop op een akkoord over de cao houtverwerkende industrie. De sector staat bekend om haar veerkracht en innovatiekracht, en dat blijkt ook uit de voorgestelde verbeteringen.
De impact van een nieuwe cao reikt verder dan alleen loon. Het gaat om het transformeren van arbeidsvoorwaarden naar een model dat past bij de moderne tijd. Denk aan duurzame inzetbaarheid via gedeeltelijke vergoeding voor gezondheidschecks of de focus op minder werkdruk binnen de cao houtverwerkende industrie. Deze ontwikkelingen tonen aan dat de industrie klaar is om te moderniseren.
Voor bedrijven betekent dit minder zorgen over personeelsbehoud en meer focus op productie. Voor werknemers biedt het perspectief op een gezondere werkomgeving en betere financiële zekerheden. De sector staat op een keerpunt, en de uitkomst van deze onderhandelingen zal de toon zetten voor de komende jaren binnen de cao houtverwerkende industrie.
Dit artikel delen op je eigen website? Geen probleem, dat mag. Meer informatie.