Door: Redactie - 16 juni 2025 |
De woningcrisis in Nederland vraagt om snelle actie. Minister Mona Keijzer van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening heeft samen met marktpartijen en overheden een ambitieus plan gelanceerd. Op 24 geselecteerde doorbraaklocaties moet de bouw van in totaal 150.000 woningen versneld van start gaan. Een flinke stap richting de landelijke doelstelling van 100.000 nieuwe woningen per jaar. Maar of deze aanpak de hardnekkige knelpunten echt kan doorbreken?
Op 12 juni 2025 maakte minister Keijzer bekend dat er overeenstemming is bereikt over 20 zogeheten doorbraaklocaties waar de woningbouw met voorrang wordt aangepakt. Daarnaast worden nog vier potentiële locaties verder onderzocht. Elke doorbraaklocatie moet minimaal 2.500 woningen opleveren, en voor vijf van deze plekken wordt nog dit jaar een akkoord verwacht over de start van de bouw. Uiterlijk in 2030 moet op alle locaties de eerste schop de grond in gaan. Dit initiatief, dat voortkomt uit de afspraken van de Woontop van december vorig jaar, moet een antwoord bieden op de groeiende woningnood in Nederland.
De samenwerking tussen het Rijk, gemeenten, provincies, ontwikkelaars, investeerders en woningcorporaties vormt de kern van deze aanpak. Door planprocessen te verkorten en gezamenlijk besluiten te nemen, hopen de partijen sneller resultaat te boeken. De geselecteerde doorbraaklocaties zijn zorgvuldig gekozen op basis van hun haalbaarheid en potentie om op korte termijn tot uitvoering te komen. Toch blijft het een uitdaging om alle neuzen dezelfde kant op te krijgen, zeker gezien de complexe problematiek rond grondprijzen, infrastructuur en vergunningen.
Minister Keijzer spreekt van een concrete uitwerking van eerdere afspraken. “Met deze doorbraaklocaties laten we zien dat we serieus werk maken van versnelling. Het is onze taak om obstakels weg te nemen en woningzoekenden zo snel mogelijk perspectief te bieden,” aldus de minister. Haar woorden weerspiegelen de urgentie, maar roepen ook vragen op over de haalbaarheid van de strakke deadlines. Het verleden leert immers dat woningbouwprojecten vaak vertraging oplopen door onvoorziene omstandigheden, vooral bij een doorbraaklocatie plan.
Ook marktpartijen reageren enthousiast. Liesbeth Spies, voorzitter van Aedes, benadrukt het belang van een gezamenlijke aanpak: “Woningcorporaties staan klaar om bij te dragen, zodat ook sociale en betaalbare huurwoningen gerealiseerd worden.” Ronald Huikeshoven van NEPROM voegt daaraan toe dat ontwikkelaars niet langer willen wachten. “We moeten stoppen met eindeloos praten en samen aan de slag gaan. Planprocedures en besluitvorming moeten nu in hetzelfde tempo komen.”
Wat een doorbraaklocatie tot een succes maakt, verschilt per gebied. Daarom stellen de betrokken partijen per locatie een specifieke agenda op om lokale knelpunten aan te pakken. Dit kan gaan om projecten die dreigen stil te vallen, maar ook om plannen die nog in een vroeg stadium verkeren en met een extra zetje sneller gerealiseerd kunnen worden. Eerder werd deze aanpak al toegepast op locaties zoals de Gnephoek in Alphen aan den Rijn en Bleizo-West in Lansingerland. Deze ervaringen moeten nu als blauwdruk dienen voor de nieuwe projecten.
De voortgang van de plannen wordt scherp in de gaten gehouden via bestuurlijke overleggen. Het Expertteam Woningbouw biedt daarbij ondersteuning. Mocht het nodig zijn, dan kan het Rijk zelfs gebruikmaken van bevoegdheden uit de Omgevingswet om vastgelopen projecten weer op gang te brengen. Dit klinkt als een krachtig middel, maar het roept ook de vraag op of dergelijke ingrepen altijd de gewenste samenwerking bevorderen. Soms liggen de oorzaken van vertraging immers dieper, zoals een gebrek aan financiering of maatschappelijk draagvlak.
Met de focus op 150.000 woningen via deze 24 locaties lijkt Nederland een grote stap te zetten in de strijd tegen de woningnood. Toch is het nog te vroeg om te juichen. De bouwsector kampt al jaren met uitdagingen zoals stijgende kosten, een tekort aan arbeidskrachten en complexe regelgeving. Bovendien moeten de plannen niet alleen op papier kloppen, maar ook in de praktijk uitvoerbaar zijn. Het is afwachten of de versnellingsaanpak daadwerkelijk het verschil maakt, of dat het bij goede voornemens blijft.
De woningzoekende Nederlander hoopt op snelle resultaten. Maar zoals vaak bij grote bouwprojecten, is geduld een schone zaak. De komende jaren zullen uitwijzen of deze doorbraaklocaties hun belofte waarmaken. Voor nu is het vooral zaak dat alle partijen hun schouders eronder zetten en de vaart erin houden. Alleen dan kan de woningmarkt eindelijk wat ademruimte krijgen.
Dit artikel delen op je eigen website? Geen probleem, dat mag. Meer informatie.