Door: Redactie - 29 juli 2025 |
Een belangrijke doorbraak in de handelsrelaties tussen de EU en de VS is bereikt. Na maanden van spanning en onderhandelingen is er een akkoord over importheffingen, dat een handelsoorlog voorlopig voorkomt. Toch zijn de reacties gemengd, vooral in Nederland, waar bedrijven zowel opluchting als frustratie voelen over het Trump handelsakkoord.
Het nieuwe akkoord tussen Europa en de Verenigde Staten zorgt voor een verlaging van de dreigende importheffingen. Waar eerder een tarief van 30 procent op Europese producten dreigde, is dit nu beperkt tot 15 procent. Vooral de auto-industrie profiteert hiervan, met een daling van 27,5 naar 15 procent op export naar de VS.
Voor bedrijven als Volkswagen, die al forse verliezen leden door eerdere heffingen, biedt dit enige verlichting. Toch is de schade van 1,3 miljard euro in de eerste helft van dit jaar niet direct goedgemaakt. Het tarief ligt nog altijd hoger dan de 2,5 procent van voor de terugkeer van Trump als president.
Voor de staalindustrie is het akkoord een bittere pil. De importheffing van 50 procent op Europees staal en aluminium blijft ongewijzigd. Een mogelijke quotaregeling, waarbij export onder een bepaalde hoeveelheid lager belast wordt, is nog niet rond.
Nederlandse staalbedrijven voelen de pijn. Belangenorganisatie FME noemt de impact enorm en spreekt van oneerlijke afspraken. Voorzitter Theo Henrar uit zijn ongenoegen over de scheve verhouding: de VS heft fors, terwijl Europa geen tegenmaatregelen neemt.
Een opvallend punt in het Trump handelsakkoord is dat Europa geen importheffingen oplegt aan Amerikaanse producten. Vanaf 1 augustus geldt wel een tarief van 15 procent op Europese goederen in de VS. Dit scheve speelveld wekt irritatie bij ondernemers en politici.
De Franse onderminister Benjamin Haddad waarschuwt voor de gevolgen. Hij vreest dat Europa zichzelf zwakker maakt door steeds toe te geven. Veel bedrijven delen deze zorg en pleiten voor een stevigere houding in toekomstige onderhandelingen.
Niet alle sectoren worden geraakt door de nieuwe heffingen. Chipmachines, vliegtuigen en onderdelen vallen buiten het tarief van 15 procent. Ook voor medische apparatuur lijken uitzonderingen mogelijk, wat goed nieuws is voor bedrijven als Philips.
Voor farmaceutische producten en landbouwgoederen is het overleg nog gaande. Kaas blijft belast met 15 procent, terwijl bloembollen mogelijk naar 10 procent stijgen. Of hier nog versoepelingen komen, blijft onduidelijk.
De Nederlandse ondernemersorganisatie VNO-NCW spreekt van een einde aan de onzekerheid door het Trump handelsakkoord. Tegelijkertijd noemen ze de maatregelen pijnlijk voor exporteurs. Bedrijven hopen op verdere onderhandelingen voor mildere regels.
Heineken-topman Dolf van den Brink ziet de gevolgen als beperkt. De VS is goed voor minder dan 5 procent van hun omzet. Een verhuizing van productie naar Amerika is niet aan de orde, al houdt hij opties open.
In politiek Den Haag is de reactie voorzichtig positief. Demissionair premier Dick Schoof noemt het akkoord het beste resultaat onder de omstandigheden. Hij wijst op het belang van stabiliteit voor een open economie als Nederland.
Duitsland deelt deze mening en is blij dat een grotere handelsoorlog is afgewend. Elders in Europa klinkt echter veel kritiek. Vooral de investering van 600 miljard euro richting de VS, die niet in Europa blijft, zorgt voor onvrede. Critici zien dit als een zwakke houding van Brussel.
Econoom Han de Jong schat dat de economische schade voor Europa beperkt blijft. De export naar de VS maakt slechts 2,5 tot 3 procent van het Europese bbp uit. Voor sectoren als staal en automotive zijn de gevolgen echter zwaarder.
Symbolisch gezien voelt het akkoord als een nederlaag. De Jong ziet het als een overwinning voor de VS. Europa heeft erger voorkomen, maar betaalt daar een hoge prijs voor. Hij wijst ook op China, dat volgens hem harder speelt in geopolitieke zaken.
Dit artikel delen op je eigen website? Geen probleem, dat mag. Meer informatie.
