Door: Redactie - 20 mei 2025 |
De cao houthandel staat centraal nu de onderhandelingen voor een nieuwe overeenkomst van start zijn gegaan. Met de huidige cao die op 30 juni 2025 afloopt, zoeken vakbonden en werkgevers naar een evenwicht tussen aantrekkelijke arbeidsvoorwaarden en financiële haalbaarheid.
De cao houthandel bepaalt de arbeidsvoorwaarden voor talloze werknemers in de houtsector. Het omvat regelingen over salarissen, werktijden en pensioenen. Een zorgvuldig onderhandelde cao waarborgt stabiliteit in de branche. Momenteel werken vakbonden zoals FNV en CNV samen met werkgeversvereniging VVNH aan een akkoord dat recht doet aan ieders belangen. De onderhandelingen voor de cao houthandel 2025 zijn daarom van groot belang. Werknemers hopen op een flinke salarisverhoging, terwijl werkgevers focussen op economische stabiliteit.
Vorige week zaten de partijen voor het eerst aan tafel om hun voorstellen te bespreken. FNV pleit voor een loonsverhoging van 7 procent, terwijl CNV 5 procent voorstelt. Werkgevers, vertegenwoordigd door de VVNH, bieden echter slechts 3,5 procent. Dit verschil in verwachtingen leidde nog niet tot overeenstemming. Werkgevers stellen dat de huidige cao houthandel al een solide pakket aan arbeidsvoorwaarden biedt. Ze vrezen dat een te hoge loonsverhoging de ruimte voor investeringen in innovatie beperkt. Bovendien willen ze banenverlies voorkomen, gezien de terugval in de bouwsector.
FNV noemt het werkgeversvoorstel ontoereikend. De bond wijst op de stijgende kosten voor levensonderhoud, zoals energie en wonen. Een stevige loonsverhoging is volgens hen nodig om werknemers te ondersteunen. CNV deelt deze mening, maar kiest voor een gematigder voorstel. De volgende onderhandelingsronde op 11 juni zal meer inzicht geven in de voortgang van de cao houthandel onderhandelingen.
De werkgevers hebben een gedetailleerd voorstel gepresenteerd voor de cao houthandel 2025. Ze stellen een looptijd van 18 maanden voor, met de volgende loonstappen: per 1 januari 2026 een verhoging van 2 procent, gevolgd door 1,75 procent per 1 oktober 2026. Daarnaast bieden ze een eenmalige bruto-uitkering van € 500 aan, afhankelijk van het type dienstverband. Dit voorstel compenseert werknemers deels voor de stijgende prijzen. Vakbonden vinden deze percentages echter te laag om de financiële druk te verlichten.
Naast loonstijgingen willen werkgevers de 80-90-100 regeling voortzetten. Deze regeling laat werknemers minder werken naarmate ze hun pensioenleeftijd naderen, met behoud van een groot deel van hun salaris en pensioenopbouw. Ook de franchise voor 2026 blijft bevroren, wat extra pensioenopbouw mogelijk maakt. Deze maatregelen tonen aan dat werkgevers niet alleen naar lonen kijken, maar ook naar andere voordelen binnen de cao houthandel.
Een ander belangrijk onderwerp in de onderhandelingen zijn de cao houthandel salarisschalen. Werkgevers stellen voor om de loongrens voor boven-cao’ers in 2026 te indexeren met de afgesproken cao-verhoging. Dit zorgt ervoor dat ook werknemers met hogere salarissen profiteren van de loonstijgingen. Door deze indexering blijft de cao houthandel aantrekkelijk voor een brede groep. Vakbonden pleiten echter voor een bredere aanpak, waarbij ook de lagere salarisschalen een flinke verhoging krijgen. Dit zou volgens hen eerlijker zijn, gezien de economische uitdagingen waar veel werknemers mee kampen.
Ondanks de verschillen in standpunten heerst er optimisme over een mogelijke overeenkomst. De houtsector heeft in het verleden bewezen dat het uitdagingen aankan. Met een goed doordachte cao houthandel kunnen werkgevers en werknemers samen werken aan een stabiele en welvarende toekomst. De onderhandelingen op 11 juni vormen een belangrijke stap in dit proces.
De komende maanden zullen duidelijk maken of partijen een akkoord bereiken dat zowel financieel haalbaar als sociaal rechtvaardig is.
Dit artikel delen op je eigen website? Geen probleem, dat mag. Meer informatie.