Door: Redactie - 5 mei 2025 |
De traditionele cementproductie is energie-intensief en milieubelastend. Door kalksteen te verhitten tot boven de 1400°C, komt veel CO₂ vrij, zowel door het verbrandingsproces als door de chemische reactie zelf. Cementvervangers zoals hoogovenslak en vliegas kunnen deze uitstoot met zo’n 10% per ton verminderen, maar deze materialen zijn schaars. Waarom vertrouwen we nog op beperkte grondstoffen als we lokale alternatieven hebben? VITO richt zich daarom op kleirijke baggerspecie, een reststroom die jaarlijks in grote hoeveelheden vrijkomt bij baggerwerken en grondsaneringen.
Door deze baggerspecie te verwerken met flash-calcinatie – een proces waarbij het materiaal kort wordt verhit tot ongeveer 850°C – ontstaat een cementvervanger met eigenschappen vergelijkbaar met vliegas. Deze gecalcineerde klei kan tot 30% van het traditionele Portlandcement vervangen zonder dat de sterkte van het beton afneemt. Dit is een doorbraak, vooral omdat baggerspecie in Vlaanderen ruim voorhanden is. Volgens een studie van VITO, uitgevoerd in opdracht van OVAM, biedt deze reststroom een groot potentieel als duurzame grondstof, in tegenstelling tot andere afvalstromen zoals non-ferro slakken, die vaak zware metalen bevatten en minder geschikt zijn.
De Flash-Calciner, gefinancierd met steun van het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) ter waarde van €283.200, is meer dan een experiment. Het is een open platform waar de cement- en betonindustrie kunnen experimenteren met nieuwe grondstoffen. De installatie, die in het voorjaar van 2026 officieel wordt geopend in Mol, laat bedrijven toe om verschillende reststromen te testen op hun geschiktheid als cementvervanger. Onderzoekers kunnen ondertussen het calcinatieproces finetunen, met aandacht voor emissies en procesparameters. Dit maakt de Flash-Calciner een uniek instrument voor samenwerking tussen wetenschap en industrie.
Maar hoe schaalbaar is dit proces op lange termijn? De pilotinstallatie is een eerste stap, maar de bouw van een full-scale calcinatie-installatie in Vlaanderen staat al op de radar voor 2025, met een open oproep voor geïnteresseerde partijen. Dit toont aan dat VITO niet alleen kijkt naar korte-termijnoplossingen, maar ook naar een structurele verduurzaming van de sector.
De introductie van cementvervangers zoals gecalcineerde klei kan de CO₂-uitstoot van cementproductie aanzienlijk verlagen. Wereldwijd is de cementindustrie verantwoordelijk voor een forse ecologische voetafdruk, maar in Nederland en België liggen we al voor op het gebied van duurzaamheid. Zo heeft Nederlands beton een CO₂-voetafdruk van slechts 1,9%, veel lager dan het wereldwijde gemiddelde. Toch is er ruimte voor verbetering. Door cementvervangers op grote schaal in te zetten, kan de sector voldoen aan strengere milieunormen, zoals die van de Europese Green Deal.
De Flash-Calciner biedt ook economische voordelen. Reststromen zoals baggerspecie worden nu vaak gestort, wat kosten met zich meebrengt. Door deze om te zetten in waardevolle grondstoffen, sluit de industrie aan bij de principes van de circulaire economie. Dit proces niet alleen de milieu-impact, maar creëert ook nieuwe kansen voor samenwerking tussen baggerbedrijven, afvalverwerkers en de bouwsector.
Met de Flash-Calciner zet VITO een belangrijke stap richting een duurzamere bouwsector. De installatie, die medio 2025 wordt opgeleverd en in 2026 volledig operationeel is, biedt een proeftuin voor innovatieve cementvervangers. Door lokaal beschikbare reststromen zoals baggerspecie te benutten, kan de afhankelijkheid van schaarse grondstoffen afnemen. Tegelijkertijd draagt het bij aan de CO₂-reductiedoelen van de sector.
De weg naar een volledig klimaatneutrale cementproductie is nog lang, maar initiatieven zoals de Flash-Calciner laten zien dat verandering mogelijk is. Door wetenschap, industrie en beleid te verbinden, kan de bouwsector haar milieu-impact drastisch verlagen. Maar wat als het werkt? Zijn wij dan klaar om deze oplossingen op grote schale toe te passen?
Dit artikel delen op je eigen website? Geen probleem, dat mag. Meer informatie.